Trouwen wordt boekhouden
Het is al veel geschreven: trouwen wordt boekhouden. Met de nieuwe wettelijke gemeenschap van goederen ontstaan bij een huwelijk zonder huwelijksvoorwaarden eigenlijk steeds drie vermogens. Het recht rond samenlevingsrelaties, maar ook estate planning en het bepalen van je belastingpositie wordt steeds complexer. Mensen leven steeds langer, scheiden en verhuizen vaker, ‘patchwork’ families worden talrijker, de internationale dimensie wordt belangrijker, de maatschappij en ons rechtssysteem worden steeds ingewikkelder. Het voeren van een goede administratie is dan van groot belang.
De scheidingsperikelen van Erik
Een tijdje geleden kwam Erik bij mij op kantoor met de volgende vraag.
Hij was al 20 jaar getrouwd met een Thaise dame. In het huwelijk zijn een jongen (nu uitwonend eerstejaars student) en een meisje (thuiswonend, 5 VWO) geboren. Na verloop van tijd is de liefde uit hun huwelijk verdwenen en hij wil nu uit elkaar. Zijn vrouw is nooit heel goed geworteld in Nederland, was daardoor erg wantrouwig en ontkende eigenlijk dat er iets speelde. Zij wil alles bij het oude laten. Erik twijfelde of hij de scheiding door moest zetten hoewel hij nu erg ongelukkig is.
Zijn belangrijkste aarzeling ontstond toen hij zich in ons gesprek ging realiseren dat er een probleem kon gaan ontstaan door zijn BV. Zij waren namelijk gehuwd onder huwelijkse voorwaarden met een (nooit uitgevoerd) periodiek- en finaal verrekenbeding. Bij huwelijk had zijn bankrekening een saldo van € 250.000,-. Hij verdiende als vermogensadviseur bij een private bank destijds € 300.000,- per jaar. 10 maanden na de huwelijksvoltrekking verliet hij die private bank en richtte met € 18.000,- een eigen BV op waarin hij zijn eigen vermogensadviespraktijk startte.
Destijds heeft hij dat aandelenkapitaal volgestort vanaf zijn bankrekening, die echter 10 maanden binnen huwelijk gevoed was met zijn salaris. Hij kon nu niet meer aantonen dat hij de aandelen had volgestort uit het saldo van zijn bankrekening van vóór zijn huwelijk. Daardoor heeft hij een bewijsprobleem in zijn verrekenbeding en zal hij waarschijnlijk de waarde van de aandelen moeten verrekenen (belegging van ‘overgespaard’ inkomen). Daarnaast heeft hij ter aanvulling op zijn salaris al jaren een extra dividend uitgekeerd waarbij het op het eerste gezicht de vraag is of dat binnen de inkomensdefinitie van het verrekenbeding valt.
Erik heeft nu een zakenpartner die 50% van de aandelen heeft. Hij kan geen substantieel vermogen vrijmaken uit de onderneming en heeft voor financieringsoplossingen via het ondernemingsvermogen de medewerking van zijn zakenpartner nodig. Allemaal niet erg eenvoudig.