Begrippenlijst

A

Indien een vennootschap meerdere aandeelhouders heeft, wordt de verhouding tussen de vennootschap en de aandeelhouders, en de aandeelhouders onderling, meestal niet alleen geregeerd door de statuten van de vennootschap. Vaak leggen de aandeelhouders hun onderlinge afspraken tevens vast in een aandeelhoudersovereenkomst, waarin al dan niet van de statuten afwijkende bepalingen worden opgenomen. Hierbij kunt u denken aan afspraken over de wijze waarop men de samenwerking gestalte wil geven, de zeggenschap in de onderneming, de belangen en positie van meerderheids- en minderheidsaandeelhouders en de wijze waarop aandeelhouders in de toekomst afscheid van elkaar nemen.

Het bedrag dat u ontvangt in ruil voor uw aandelen. Anders gezegd: de ondernemingswaarde verminderd met de netto schuldpositie.

Een achtergestelde lening is een krediet waarbij de schuldeiser in het geval van faillissement van de schuldenaar wordt achtergesteld: de achtergestelde schuldeiser komt in een faillissement in de volgorde van schuldeisers dus achter de concurrente (dat wil zeggen gewone) schuldeisers, en heeft slechts voorrang ten opzichte van de aandeelhouders, vennoten of inbrengers. Achterstelling kan men bereiken door dit contractueel met elkaar af te spreken.

Door deze voorwaarden loopt de schuldeiser een hoger risico dat hij een deel van zijn verstrekte krediet niet terugbetaald krijgt. Om dit te compenseren wordt meestal een hoger rentepercentage vergoed. Soms is de rente zelfs winstafhankelijk. Achtergestelde leningen kunnen er vaak voor zorgen dat een onderneming extra aantrekkelijk wordt om in te investeren (lees: geld aan uit te lenen) voor banken en investeerders. Wanneer de onderneming failliet gaat zullen de achtergestelde schuldeisers de eerste klap opvangen. De lening werkt hierdoor als een soort “kussen”.

Door de aard van de lening kan deze soms bij het eigen vermogen gerekend worden. Verstrekkers van achtergestelde leningen zijn vaak het moederbedrijf of de verkopende aandeelhouder die een deel van de koopsom als achtergestelde lening in het bedrijf laat.

Bij een activa/passiva transactie wordt in feite de onderneming uit de B.V. verkocht en niet de aandelen in de vennootschap. Individuele activa en passiva, het klantenbestand, de voorraden, de machines, eventueel het pand en dergelijke worden dan overgenomen.

Een afschrijving in bedrijfseconomische zin is het in de boekhouding tot uitdrukking brengen van de waardedaling van een bedrijfsmiddel over een bepaalde periode. Afschrijvingen worden als kosten opgenomen in de winst- en verliesrekening en drukken het bedrijfsresultaat. Afschrijvingen zijn geen werkelijke uitgaven en beïnvloeden daarom niet de cashflow.

Amortisatie betreft de afwaardering van immateriële activa, zoals goodwill. De term staat voor de letter A in EBITDA.

APV: Adjusted Present Value
De APV-methode is een afgeleide van de DCF-methode waarbij de toekomstige vrije geldstromen inclusief het belastingvoordeel wegens aftrek van rentekosten van vreemd vermogen, contant worden gemaakt tegen de kostenvoet van eigen vermogen als ware de onderneming geheel met eigen vermogen gefinancierd.

Een of meerdere aandeelhouders die de oorspronkelijke uitgangspunten van de samenwerking zoals vastgelegd in een aandeelhoudersovereenkomst, niet langer wil(len) naleven.
Als een Bad Leaver wordt ook wel aangemerkt een medewerker/manager die uit eigen beweging het bedrijf verlaat. Daarmee geeft hij dan als Bad Leaver rechten op onder bijvoorbeeld een optieovereenkomst.

Van een bedrijfsoverdracht is sprake als een eigenaar zijn onderneming aan een derde verkoopt en in juridische zin levert. Deze derde is in veel gevallen een buitenstaander die het bedrijf koopt. Dat kan dan een persoon zijn (Management Buy In) of een bedrijf dat een (strategische) overname doet. Soms kan het ook (een deel van) het managementteam van het bedrijf zijn, dat het bedrijf overneemt. Dan is er sprake van een MBO, een Management Buy Out.

Een bedrijfsovername wordt bekeken vanuit het oogpunt van de koper. Dus van degene die een onderneming koopt en geleverd krijgt.

Het bedrijfsresultaat bestaat uit het operationele resultaat voor belastingen en rente.

Bedrijfswaardering is het bepalen van de waarde van een bedrijf op een zeker moment voor een bepaalde toepassing in een bepaalde context. Er zijn diverse methoden om een waarde te bepalen.

De borgstellingsregeling is bestemd voor ondernemingen met maximaal 250 werknemers met een jaaromzet tot EUR 50 miljoen. Verreweg de meeste mkb’ers kunnen er gebruik van maken, waaronder ook veel vrije beroepers. Een beperkt aantal mkb-bedrijven is van de regeling uitgesloten. In een aantal situaties kunt u rekenen op extra steun: als u starter bent, als uw investering zich richt op technologische innovatie en als u een krediet wilt afsluiten voor de bodemsanering van uw bedrijfsterrein. In speciale gevallen kan de regeling gebruikt worden bij overnames van bedrijven. Zie voor meer informatie www.agentschapnl.nl

Dit is de waarde die voortkomt uit de verwerking van de historische prestaties van de onderneming volgens vastgelegde boekhoudkundige afspraken. Met andere woorden: de waarde zoals rechtstreeks af te leiden is uit de balans van de onderneming.

De build-up methode is een methode om de kostenvoet van het eigen vermogen te bepalen aan de hand van verschillende componenten. Voor iedere risicofactor die bij de te waarderen onderneming een rol speelt, wordt een afweging gemaakt welke opslag in de rendementseis moet worden gemaakt.

Een Businessplan is een meerjarenplan voor een bedrijf waarin zowel kwalitatief als kwantitatief wordt duidelijk gemaakt hoe het bedrijf volgens de samensteller van het plan, de komende jaren gaat presteren. Op basis van het verleden wordt de toekomst ingepland, onderbouwd en financieel zichtbaar gemaakt. Een goed doortimmerd businessplan vergt een behoorlijke inspanning en is het eerste dat een bank vraagt bij een financieringsaanvraag.

Het CAPM is een financiële beleggingstheorie om de rendementseis te bepalen, waarbij deze eis is opgebouwd uit een zogenaamd risicovrij rendement en een risico-opslag waarin het marktrisico besloten ligt. Het CAPM wordt voornamelijk toegepast bij het waarderen van beursgenoteerde ondernemingen.

Dit is een term die bij een verkooptransactie vaak wordt gehanteerd. Het betekent dat de onderneming zonder schulden en zonder contanten wordt opgeleverd. De schulden worden voor de overnamedatum afbetaald en/of verrekend en de contanten worden uit het bedrijf gehaald. De koper zal zelf voor nieuw (werk)kapitaal moeten zorgen.

De vrije geldstroom is het netto operationeel resultaat vermeerderd met de afschrijvingen op activa en verminderd met de benodigde investeringen in activa en netto werkkapitaal. Het is het bedrag dat jaarlijks aan de verstrekkers van het eigen en vreemd vermogen kan worden uitgekeerd zonder de continuïteit van de onderneming in gevaar te brengen.

De waarde die een in de toekomst te ontvangen of te betalen bedrag op een bepaald moment vertegenwoordigt, rekening houdend met de van dat moment af nog te kweken (samengestelde) interest.

De Discounted Cash Flow methode gaat uit van de verwachte kasstromen die uw bedrijf in de toekomst zal genereren. Onder verwachte kasstromen worden verstaan de liquide middelen die jaarlijks beschikbaar komen om aflossing of dividenduitkeringen uit te keren. Het gaat dan om de som van de winst na belasting, plus de afschrijvingen – netto investeringen in werkkapitaal en vaste activa. Bij de DCF methode heeft de winstbepaling geen invloed op de berekende waarde van de DCF. Er wordt immers gekeken naar de kasstromen die worden verdisconteerd tegen een bepaalde rendementseis. Die rendementseis wordt door de koper bepaald op het moment dat hij de onderneming wil kopen en zal worden bepaald door de vraag binnen hoeveel jaar de koper zijn geld wil terugverdienen. Hoe hoger het risicoprofiel van de onderneming, des te hoger de rendementseis en des te lager de waarde. Overigens is dit risicoprofiel voor iedere onderneming verschillend. Zo heeft geld verdienen met de langdurige verhuur van een pand een lager risicoprofiel dan geld verdienen met een bouwonderneming die de panden bouwt.

De-minimisverklaring houdt verband met de BMKB-regeling (zie hierboven in deze begrippenlijst).
De BMKB-regeling is een regeling waarop ‘de minimissteun’ bepalingen van de Europese Commissie van toepassing zijn. Voor u als ondernemer betekent dit dat er een plafondbedrag is vastgesteld aan overheidssteun, zoals de BMKB, dat u in een periode van drie jaar mag ontvangen.
Voor meer informatie zie:  www.agentschapnl.nl

De verhouding tussen het vreemd en het eigen vermogen. Een debt equity ratio van 1,3 betekent dat er 1.3 zoveel (lang) vreemd vermogen is ten opzichte van het (lange) eigen vermogen.

Disconteren of contant maken is een rekenkundige methodiek waarbij het mogelijk is om toekomstige geldstromen uit te drukken in een waarde van vandaag of een waarde op elk gewenst moment in het verleden.

De koper van een onderneming eist veelal dat op zijn kosten een onderzoek plaatsvindt naar de financiële, juridische en fiscale aspecten van de overname. Een dergelijk onderzoek wordt een due diligenceonderzoek (DDO) genoemd. Afhankelijk van de afspraken tussen de verkoper en koper wordt de aard en de diepgang van het DDO bepaald. De formulering van de te onderzoeken deelgebieden en de eventuele invloed van de uitkomsten op de overnameprijs en -voorwaarden, kunnen doorslaggevend zijn bij het al dan niet succesvol afronden van de transactie. Indien de onderzochte informatie afwijkt van de reeds verstrekte informatie, kan dit voor de koper een aanknopingspunt zijn om de afgesproken condities ter discussie te stellen.

Een earn-out regeling is in principe een uitgestelde betaling van een gedeelte van een koopsom. De koopsom wordt namelijk niet in zijn geheel bij de overdracht voldaan. Een deel van de koopsom wordt op het moment van de overdracht betaald en een ander (variabel) deel van de koopsom wordt in een later stadium vastgesteld op basis van de resultaten die de onderneming na de overdracht realiseert. De afspraken hierover zullen per transactie variëren.

EBIT ziet op het operationele resultaat (omzet minus de kosten van gewone bedrijfsuitoefening) voor belastingen en rente. In het Engels: Earnings Before Interest and Taxes.

Een andere methode om een resultaat uit te drukken heet: Earnings Before Interest, Taxes, Depreciation and Amortization. De EBITDA wordt verkregen door de netto winst te vermeerderen met rente, belastingen, afschrijvingen en amortisaties.

Deze is gebaseerd op de verwachting dat het object in de toekomst opbrengsten kan genereren in de vorm van geld, daarbij rekening houdend met risico en onzekerheid.

Dat deel van het vermogen van een vennootschap dat toebehoort aan de eigena(a)r(en) van de vennootschap.

Bij een eindejaarsnotatie wordt verondersteld dat alle inkomsten en uitgaven aan het eind van een jaar plaatsvinden.

EVA is een maatstaf om de zuivere waardecreatie van een onderneming te meten. De Economic Profit Added wordt berekend door het verschil tussen het rendement op het geïnvesteerde kapitaal (Return on Invested Capital, ROIC) en de gemiddelde gewogen vermogenskostenvoet (Weighted Average Cost of Capital, WACC) te vermenigvuldigen met het geïnvesteerde kapitaal. De methodiek impliceert dat waarde alleen wordt gecreëerd als het rendement op het geïnvesteerde kapitaal hoger is dan de gewogen gemiddelde kostenvoet van het totale vermogen.

Familieconvenant is een andere naam voor Familiestatuut. Zie Familiestatuut in deze begrippenlijst.

Een document dat de relatie tussen familie, onderneming en vermogen vastlegt zodat er een heldere structuur is van rechten, plichten, bevoegdheden en procedures. Een dergelijk statuut komt over het algemeen na een intensief traject tot stand. Overdracht binnen de familie is vaak de aanleiding.

De waarde van het opstellen van een familiestatuut zit grotendeels in het proces. Het proces van onderlinge communicatie waarbij de vragen en pijnpunten worden besproken. Hoe intensiever dit proces, hoe meer kans er is op een succesvol familiestatuut.

Een financiële planning (ook wel persoonlijk financieel plan genoemd) is een beschrijving van de huidige financiële situatie. Het geeft inzicht in en overzicht van alle financiële aspecten die al goed geregeld zijn en welke nog aanvulling of bijsturing behoeven.

Een financiële planning verandert de lappendeken van financiële zaken in een overzichtelijk totaalplaatje. Het legt minder goed verzorgde financiële zaken bloot, maar laat ook zien welke financiële producten elkaar overlappen.

De gekapitaliseerde waarde van de toekomstige winsten van een onderneming of van de toekomstige opbrengsten van beleggingswaarden. Gekapitaliseerde waarde wil zeggen dat de toekomstige winsten contant worden gemaakt naar het heden door middel van discontering.

GO: Garantie Ondernemingsfinanciering is het antwoord van de overheid op de moeilijkheden die veel (middel) grote ondernemingen nu ondervinden bij het aantrekken van bankleningen. 
Voor meer informatie zie: www.agentschapnl.nl

Boekhoudkundige term die het verschil weergeeft tussen de economische waarde van het eigen vermogen in een onderneming en het zichtbare eigen vermogen.
Goodwill is een Engelse term die letterlijk welwillendheid betekent en die in de financiële wereld wordt gebruikt om dat gedeelte van de marktwaarde van een onderneming aan te duiden dat niet direct toewijsbaar is aan de activa en passiva. Goodwill (of badwill) ontstaat in de meest gevallen slechts bij een overname en wordt binnen de financiële wereld beschouwd als de meerwaarde van een onderneming boven het netto vermogen. In deze zienswijze vertegenwoordigt de goodwill toekomstige inkomsten van de onderneming die nog niet gewaardeerd zijn op de balans, maar die al wel bestaan in de vorm van kennis, klanten, merken, personeel, et cetera.

Een door de overheid in het leven geroepen garantieregeling voor het MKB. De regeling biedt banken en participatiemaatschappijen een staatsgarantie van vijftig procent voor hun financieringen met nieuw verstrekt risicodragend vermogen aan het MKB.

Voor meer informatie zie: www.agentschapnl.nl

Het optimaliseren van de lopende financieringsstructuur. Na een analyse van de lopende leningen, garanties, rekening courantverhoudingen, etc. volgt een plan van aanpak om in overleg met de banken/financiers tot een betere (en meestal goedkopere) structuur te komen.

Het afzetten van de laatstelijk berekende waarde van (immateriële) activa tegen de in de balans voor die activa opgenomen waarde. Indien de in de balans opgenomen waarde hoger uitkomt dan de nieuw berekende waarde, dient het verschil als verlies genomen te worden: de  impairment.

Het weergegeven eigen vermogen van de onderneming per waarderingsmoment. Boekhoudkundig is dit de som van alle activa minus het vreemd vermogen.

Voor J zijn (nog) geen begrippen.

De KEL is de vergoeding die de verschaffers van eigen vermogen verwachten, rekening houdend met een bepaalde verhouding tussen eigen en vreemd vermogen (leverage). Er van uitgaande dat de te betalen vergoeding voor vreemd vermogen lager is dan de vergoeding op het eigen vermogen, zal de KEL lager zijn dan de KEU (zie hierna).

De KEU is de minimale vergoeding die de verschaffer van eigen vermogen eist in relatie tot het risico van de verwachte opbrengsten (dividend). De hoogte van deze KEU wordt bepaald door het risicoprofiel van de verwachte vrije geldstromen. De KEU wordt opgebouwd uit twee componenten, te weten de risicovrije rentevoet en de risico-opslag (beloning voor risico). De risico-opslag is afhankelijk van het waarderingsobject.

De laatprijs is de minimale prijs die verkoper wil realiseren. Dieper in prijs zakken dan de laatprijs is voor de verkoper onbespreekbaar.

Leveraged Buyout (LBO) is een financieringsmethode waarbij de overname van een bedrijf voornamelijk berust op geleend geld, dat later door het overgenomen bedrijf moet worden terugbetaald. De activa van het overgenomen bedrijf worden als onderpand bij de lening gebruikt.

Op deze manier kunnen investeerders een bedrijf overnemen met een minimale inzet van eigen  kapitaal. Het nadeel is dat het overgenomen bedrijf opgezadeld wordt met grote schulden. 

In een gewoon testament regelt u alles voor als u er niet meer bent. Maar wat als er een situatie ontstaat waarin u zelf tijdelijk of langdurig geen beslissingen meer kunt nemen? Is er dan iemand die dat dan voor u kan doen? Hebt u zo iemand schriftelijk aangewezen? Zijn uw wensen voor zo’n situatie duidelijk vastgelegd en bekend bij degenen die u hebt aangewezen? En zijn uw naasten van die aanwijzing op de hoogte? Dit soort zaken kunt u regelen in een Levenstestament.

De waarde van de onderneming als de aanwezige activa snel moeten worden omgezet in geld. In veel gevallen betekent dit het beëindigen van de onderneming en het separaat verkopen van de verschillende activaposten.

Het totaal aan middelen dat een onderneming onmiddellijk kan aanwenden om betalingen te verrichten. In het algemeen bestaan de liquide middelen uit contant geld, saldi bij banken, direct verkoopbare effecten en verhandelbare wissels.

Dit is een prognose van de inkomsten en uitgaven voor een bepaalde periode en de impact hiervan op de liquiditeit (lees: banksaldo).

Een Letter of Intent is een intentieverklaring die wordt opgemaakt als verkoper en koper het eens zijn over de prijs, de hoofdlijnen van hun akkoord en de ontbindende voorwaarden. Als ontbindende voorwaarden worden vaak opgenomen dat de financiering rond moet komen en dat het boekenonderzoek (Due Diligence) geen verborgen tekortkomingen moet opleveren.

In overeenstemming met de heersende economische principes en regels van de vrije markt (systeem van vraag en aanbod).

De marktpremie is het rendement dat beleggers in aanvulling op de risicovrije rentevoet eisen voor het beleggen in aandelen in een onderneming.

Een MBI is een vorm van bedrijfsovername, waarbij een eerder niet bij de onderneming betrokken persoon/manager de onderneming geheel of stapsgewijs overneemt. Deze koper zal direct na de overdracht het management/eigendom van de onderneming op zich nemen.

Een MBO is een overdracht van de onderneming door de eigenaar aan het zittende management of een deel van het management. Voordeel is dat zowel koper(s) als verkoper elkaar goed kennen. De transactiewaarde is vaak lager dan bij een verkoop aan een koper van buiten het bedrijf.

De Mobach-methode is een algemeen fiscaal geaccepteerde waarderings-methode die onder andere uitgaat van recente winsten. Wordt niet veel gebruikt.

Modigliani & Miller ontwikkelden een theorie die stelt dat in een wereld zonder belastingen de waarde van een onderneming niet wordt beïnvloed door de wijze waarop een onderneming is gefinancierd.

Waarderingsratio’s waarbij de gehanteerde waardering in de teller zowel betrekking kan hebben op de ondernemingswaarde als op de aandeelhouderswaarde. In de beleggingswereld is een bekende multiple de P/E, de Price/Earnings ratio. In de overnamepraktijk wordt veel gewerkt met de EV/EBIT of EV/EBITDA ratio. Oftewel: de waarde is x maal de EBIT of EBITDA.

De Non-Disclosure Agreement, of geheimhoudingsverklaring. Dit document dient door geïnteresseerde partijen eerst getekend te worden voordat ze meer uitgebreide informatie over het bedrijf ontvangen.

Het netto werkkapitaal is het verschil tussen vlottende activa (zoals voorraden en debiteuren) en vlottende passiva (zoals crediteuren). Bij de waardebepaling gaat het hierbij om componenten die onderdeel zijn van de operationele activiteiten van de onderneming.

Net Operating Profit Less Adjusted Taxes (Noplat).
Het netto operationeel resultaat of Noplat wordt berekend door het bedrijfsresultaat te verminderen met de vennootschapsbelasting over het bedrijfsresultaat.

Om de waarde van een onderneming goed vast te kunnen stellen, is het nodig om de cijfers eerst te “normaliseren”. Dat betekent het corrigeren van de cijfers met de buitengewone baten/lasten en andere posten die de cijfers vertekenen. Denk bijvoorbeeld aan een te hoge of te lage huur en/of management vergoeding.

De term netto contante waarde wordt veelal gebruikt bij het financieel beoordelen van projecten. De contante waarde wordt berekend door toekomstige vrije geldstromen die uit het project voortvloeien contant te maken (disconteren) tegen een bepaalde rendementseis. De netto contante waarde ontstaat door de contante waarde van de geldstromen te verminderen met het investeringsbedrag van het project. Een positieve NPV geeft aan dat door het aangaan van het project economisch gezien waarde wordt gecreëerd.

Van een Ondernemers Buy-In is sprake als een ondernemer zich inkoopt in een bedrijf. Een OBI lijkt in dat opzicht op een MBI. Belangrijkste verschil tussen beide vormen is dat degene die zich via een OBI inkoopt als eerder ondernemer was. Denk aan een DGA die eerder zijn bedrijf verkocht en nu weer op zoek is naar een volgende bedrijf.

De ondernemingswaarde is de globale waarde van de onderneming, zonder rekening te houden met de financiële structuur. Deze waarde wordt berekend via de DCF methode of via een multiple. Daarbij wordt de operationele winstgevendheid als basis genomen, dus de winstgevendheid die de activa van de vennootschap genereren.

De PE wordt gebruikt als waarderingsmaatstaf bij beursgenoteerde bedrijven. Het is een verhoudingsgetal waarbij de beurskoers gedeeld wordt door de winst van de onderneming.

Voor Q zijn (nog) geen begrippen.

De rentabiliteitswaarde wordt berekend door het contant maken van de verwachte toekomstige winsten.

Op basis van de continuïteitsgedachte zal een onderneming ook na een expliciete prognoseperiode geldstromen genereren. De periode na de expliciete prognoseperiode noemt men het restjaar. Dit restjaar vertegenwoordigt meestal een eeuwigdurende geldstroom en komt vaak voor bij de DCF methode.

De restwaarde is de geprognosticeerde waarde die een actief heeft na de afschijvingsperiode. Afschrijving vindt plaats over het verschil tussen de aanschafwaarde en de restwaarde van een actief.

Onder risicovrije rentevoet wordt verstaan het rendement dat kan worden gerealiseerd door geen of een zeer beperkt risico te lopen. In Nederland wordt over het algemeen gebruik gemaakt van het rendement op langlopende staatsobligaties.

zie de omschrijving bij ROIC.

De ROIC geeft een gevoel ten aanzien van de effectiviteit waarmee een bedrijf haar geïnvesteerde vermogen om weet te zetten in winstgevendheid. De ROIC is altijd een percentage en wordt berekend door de netto winst minus het uitgekeerde dividend te delen door het totale vermogen van het bedrijf.

De waardebepaling wordt uitgevoerd op basis van de veronderstelling dat het bedrijf als zelfstandige eenheid wordt geëxploiteerd. Dit in tegenstelling tot een scenario waarin synergievoordelen worden ingeprijsd.

De waarde van het bedrijf wordt mede beoordeeld op de te verwachten gevolgen van nieuw beleid, gezien door de financiële bril van een specifieke koper.

De succesfee is een veelgebruikte term bij bedrijfsoverdrachten. Het geeft aan de beloning die een adviseur ontvangt als variabel deel voor zijn werkzaamheden. Vaak is de succesfee een percentage van de transactiewaarde (zie Transactiewaarde).

SWOT wordt gebruikt in het woord SWOT-analyse. Het is een methode om de sterkten en zwakten van een bedrijf op te sporen, maar ook de kansen en bedreigingen. SWOT staat voor Strenghts, Weaknesses, Opportunities en Threats. De strengths en weaknesses zijn gericht op de interne eigenschappen van het bedrijf, de opportunities en threats zijn gericht op de externe factoren.

Synergievoordelen zijn voordelen die gerealiseerd worden bij een overname- of samenwerkingstraject. Deze voordelen kunnen gelegen zijn in vergroting van de gezamenlijke inkomsten of beperking van de gezamenlijke kosten als gevolg van de samenwerking. Simpel gezegd: 1+1=3

De tax shield is het belastingvoordeel dat wordt verkregen doordat rentebetalingen fiscaal aftrekbaar zijn.

De tijdwaarde van geld impliceert dat geld dat in de toekomst wordt ontvangen, op dit moment een lagere waarde vertegenwoordigt. Deze lagere waarde heet ook wel de Contante waarde.

Zie transactiewaarde.

Het CvB hanteert de volgende definitie van de transactiewaarde die is gemoeid bij de verkoop of aankoop van een bedrijf:
de totale (contante) waarde van alle betalingen (contant, op termijn, of op andere wijze) gedaan door de koper inclusief alle uitgestelde betalingen plus het nettobedrag van de door de koper (contant, op termijn, of op andere wijze) overgenomen / gefinancierde aandeelhoudersleningen (rentedragend en renteloos). Een dividend dat in dat kader aan verkoper wordt toegerekend valt eveneens onder de transactiewaarde. Bij het vaststellen van de waarde van de niet-contante betalingen zal de “fair market value” gelden, tenzij andere criteria beschikbaar zijn (zoals de waarde van de aandelen). Indien de koper substantieel minder dan (nagenoeg) de gehele eigendom of minder dan alle activa in de eerste transactie verkrijgt en delen koopt in opvolgende transacties (daarbij optierechten uitoefenend of op andere wijze) dan zal de waarde van die opvolgende transacties vallen onder de Transactiewaarde.

Een situatie waarin de onderneming geen vreemd vermogen (leverage) heeft en dus geheel met eigen vermogen is gefinancierd.

De verbeterde rentabiliteitswaarde is gelijk aan de contante waarde van de verwachte toekomstige nettowinstcapaciteit (in de praktijk meestal gebaseerd op historische winsten). Daarbij wordt rekening gehouden met de aanwezige vermogensstructuur. Aan de methodiek kleven verschillende nadelen, zoals het feit dat geen rekening wordt gehouden met investeringen in vaste activa of werkkapitaal.

De verkoopprijs is de prijs die koper en verkoper overeen komen voor de overname. Deze prijs komt in de LOI te staan, samen met de ontbindende voorwaarden.

In het verkoopproces wordt vaak eerst een anoniem verkoopprofiel opgesteld. In dat profiel is een en ander te lezen over het bedrijf dat ter verkoop wordt aangeboden, in algemeenheden en geanonimiseerd. Een geïnteresseerde koper krijgt eerst dit profiel te zien. Op grond van de verstrekte gegevens valt vaak direct een deel van de geïnteresseerden af. De meer serieuze kandidaten gaan door en tekenen een geheimhoudingsverklaring (NDA), waarna ze het verkoopmemorandum toegezonden krijgen.

In het verleden behaalde verliezen van een onderneming kunnen een bepaalde waarde vertegenwoordigen. Door middel van compensatiemogelijkheden kunnen deze verliezen worden verrekend met toekomstige winsten, waardoor de te betalen vennootschapsbelasting afneemt. Lagere belastingen leiden tot hogere vrije geldstromen en een hogere waarde van de onderneming.

De vermogenskostenvoet van het bedrijf is de prijs van het aan de onderneming beschikbaar gestelde vermogen. Dit vermogen bestaat uit eigen en vreemd vermogen. De vermogenskostenvoet van het eigen vermogen is, vanwege het hogere risico, hoger dan die van vreemd vermogen.

De vraagprijs is de prijs waarmee een verkoper de onderhandeling opent. Dit zal zelden de uiteindelijke (lagere) koopprijs zijn.

Vermogen dat op grond van een terugbetalingsverplichting ter beschikking is gesteld.

Het moeilijke proces van het toekennen van een waarde aan het bedrijf.  Bij het bepalen van een waarde spelen heel veel factoren die per geval verschillen. De waardebepaling van een beursgenoteerde onderneming op een bepaalde dag is een eenvoudige vermenigvuldiging van het aantal aandelen x de beurskoers. Maar bij een niet-beursgenoteerd bedrijf is de waardebepaling nooit eenvoudig. Er zijn veel methoden om de waarde te bepalen. De waarde is daarbij een relatief begrip: voor iedere partij en vooriedere situatie is er een andere waarde.

Waardecreatie behelst veranderingen die doorgevoerd worden in een onderneming en die zich vertalen naar meer waarde.

In het verkoopproces wordt vaak eerst een anoniem verkoopprofiel opgesteld. In dat profiel is een en ander te lezen over het bedrijf dat ter verkoop wordt aangeboden, in algemeenheden en geanonimiseerd. Een geïnteresseerde koper krijgt eerst dit profiel te zien. Op grond van de verstrekte gegevens valt vaak direct een deel van de geïnteresseerden af. De meer serieuze kandidaten gaan door en tekenen een geheimhoudingsverklaring (NDA), waarna ze het verkoopmemorandum toegezonden krijgen.

De manier waarop een waardering wordt berekend. Er zijn veel waarderingsmethoden in omloop. Het zal afhangen van de situatie waarin het bedrijf verkeert (startfase, groeifase, afbouwfase, faillissement), de doelstelling van de koper (investering, synergie, strategisch, defensief), het tijdsgewricht (recessie, groeifase, hoogconjunctuur) etc. etc. voro welke methode(n) wordt gekozen.

De gewogen gemiddelde kostenvoet van het (totale) vermogen van de onderneming. Bij de DCF-methode wordt de WACC gebruikt om de verwachte vrije geldstromen contant te maken.

Het WPF-model wordt door het CvB veel gehanteerd bij bedrijfsovernames. Het is bedoeld om duidelijk te maken dat een deal slechts tot stand kan komen als partijen vanuit hun eigen Waardebepaling tot overeenstemming komen over de Prijs die vervolgens alleen betaald zal gaan worden als er een Financiering voor dat bedrag gevonden kan worden.

Voor X zijn (nog) geen begrippen.

Voor Y zijn (nog) geen begrippen.

Voor Z zijn (nog) geen begrippen.

Maak kennis

Neem contact op met het CvB voor een vrijblijvende kennismaking. Bel of vul het contactformulier in.

Contactformulier

Ondernemers doen graag zaken met ons omdat we...

Over kennis en kunde beschikken

Een totaal aanpak bieden

Ervaren en betrokken zijn

Transparant en open zijn

Een groot netwerk hebben

Ook interessant

Handige downloads

Krijg antwoord op al jouw vragen van ervaren overnameadviseurs.

Wat onze klanten zeggen

Familiebedrijf met een historie van meer dan 100 jaar zoekt opvolging. Binnen de familie bleek geen geschikte kandidaat te zijn. Uiteindelijk is het bedrijf aan het zittende management overgedragen. Het CvB heeft een constructie gemaakt zodanig dat de oud eigenaar met een gerust hart een deel van de koopsom in het bedrijf kon laten.

Afbouw- en schildersbedrijf – MBO

Scroll naar boven