Door: Hans Blikslager, Fiscaal specialist Bedrijfsopvolging – Familiebedrijf en Equity Partner bij Centrum voor Bedrijfsopvolging
Economische en maatschappelijke ontwikkelingen
Uit recent onderzoek blijkt dat meer dan 22% van alle familiebedrijven verwacht nog dit jaar een bedrijfsoverdracht af te ronden. Gemiddeld duurt het zo’n 20-22 jaar voor een familiebedrijf van eigenaar verwisselt. Zelfs met alle maatschappelijke ontwikkelingen waarmee ondernemers worden geconfronteerd, is dit een uitzonderlijk grote groep. Een belangrijke oorzaak blijkt de onzekerheid over de mogelijke veranderingen in de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten, de BOR regeling.
Familiebedrijven vormen de bijzonder belangrijke economische ruggengraat van Nederland. In vergelijking met andere bedrijven is het familiebedrijf winstgevender, meer gericht op langjarige groei, conservatiever gefinancierd en staat deze dichter bij de samenleving. De belangrijkste bedreiging van het familiebedrijf is het moment van overdracht, hetzij naar een volgende generatie, hetzij naar (deels) externe partijen. Een aspect van die bedreiging is de cash uitstroom door belastingbetaling bij een dergelijke generatie wisseling binnen de familie. Op dat moment zou een bedrijf moeten afrekenen met de belastingdienst, zowel in de inkomstenbelasting als in de erf- en schenkbelasting en soms de overdrachtsbelasting en vennootschapsbelasting. Om die dreiging af te wenden is een groot aantal fiscale faciliteiten ingericht, waarvan de BOR de belangrijkste is. Een nadeel van deze faciliteiten is dat er vele voorwaarden bij worden gesteld en ze soms niet heel precies werken.
De BOR zorgt ervoor dat het familiebedrijf bij een generatiewisseling niet veel nadeliger wordt behandeld dan een ander bedrijf waar de overdracht van het eigendom met aanzienlijk minder belastingheffing gepaard gaat. Zonder BOR zouden familiebedrijven aanzienlijk minder kunnen investeren en veel meer extern gefinancierd zijn, dus meer risico lopen en achterblijven in hun noodzakelijke groei.
Overheidsbeleid een ondoorzichtige brei
Al jaren zijn er groeperingen die vinden dat ondernemers door de BOR veel voordeliger worden behandeld dan particulieren. Daarnaast zijn er studies die aantonen dat, hoewel de inkomensgelijkheid in Nederland beter is dan waar dan ook, de vermogensongelijkheid groeit. Er is een groeiende groep die van mening is dat vermogende particulieren en ondernemers (die voor een belangrijk deel ook overlappen) een groter deel van hun vermogen aan belastingen zouden moeten betalen. De politieke ontwikkelingen voeden de vrees dat de belastingheffing van ondernemers de komende jaren zal toenemen. De BOR bevindt zich daarbij in het centrum van de aandacht.
Na verschillende onderzoeken en reacties daarop zijn in het belastingplan 2024 zo’n acht wijzigingen van de BOR voorgesteld. Die hebben ingangsdata tussen 2024 en 2026. In 2024 is alleen ingevoerd dat externe verhuur van vastgoed niet als ondernemingsvermogen wordt aangemerkt en daardoor van de BOR is uitgesloten.
De andere, voorgenomen, wijzigingen leiden een tumultueus bestaan. Last minute aanpassingen eind december 2023 zouden bij wetsvoorstel teniet worden gedaan, maar dat voorstel is in de Tweede Kamer weggestemd. Er is nu een wetsvoorstel ter consultatie gepubliceerd waarop al diverse reacties zijn verschenen, onder meer door de beroepsorganisaties van belastingadviseurs.
De voorgestelde BOR aanpassingen zijn ook niet helemaal los te zien van andere belastingwijzigingen die zijn doorgevoerd, maar ook onderwerp zijn van nadere studie zoals het Box 2 (aanmerkelijk belang) tarief en de wijze van belastingheffing in Box 3. De nieuwe regeringscoalitie zoekt echter geld voor de financiering van haar plannen. De fiscale verplichtingen voor ondernemers zullen naar verwachting een opwaartse tendens kennen.
Dit alles geeft een ondoorzichtige mix van voorgenomen en onderzochte maatregelen, tegen de achtergrond van nieuw te vormen kabinetsbeleid door een nieuwe Tweede Kamer met een groep van partijen die een coalitie willen vormen maar nog zoekende zijn naar een haalbare balans.
Ondernemers hebben echter baat bij stabiel overheidsbeleid op lange termijn en voorspelbare veranderingen. Die zijn momenteel echter ver te zoeken. Dat geeft reden voor ondernemers een veilige uitweg te zoeken. Dat vertaalt zich in de hausse aan opvolgingen die we nu zien.
Maar wat wijzigt er dan bij de BOR?
Het goede nieuws – voor de ondernemer – is dat, zoals het er nu uitziet, de BOR voor een belangrijk deel zal blijven bestaan en er worden ook vereenvoudigingen doorgevoerd.
Voor specifieke groepen zal de BOR (wat) slechter uitpakken, voor een enkeling wellicht zelfs wat beter. Zoals het er nu voorligt (een greep uit de voorgestelde wijzigingen 2025-2026):
- De volledige vrijstelling ondernemingsvermogen wordt verhoogd naar 1,5 mio (was ongeveer 1,2 mio), daarboven wordt nog eens 75% vrijgesteld (maar dat was 83%, voor grotere familiebedrijven een flinke verslechtering);
- De 5% doelmatigheidsmarge voor beleggingsvermogen wordt afgeschaft;
- Bedrijfsmiddelen kwalificeren alleen als ze zakelijk worden gebruikt;
- De dienstbetrekkingseis voor de BOR-IB (de doorschuifregeling, DSR) vervalt;
- Er wordt een minimumleeftijd van 21 jaar ingevoerd voor begiftigden bij een schenking;
- Alleen gewone aandelen krijgen nog de faciliteit, trackingstock bijvoorbeeld niet meer;
- De bezits- en voortzettingseis worden versoepeld (maar ook verslechterd);
- Constructies als ‘dubbel-BOR’ en ‘rollator-BOR’ worden aangepakt.
CvB advies
De gevolgen van alle veranderingen geven een groeiende groep ondernemers in het familiebedrijf reden om zich te oriënteren op hun toekomst en die van hun bedrijf. De BOR is daarbij een belangrijk aspect, maar zeker niet het enige. De juiste richting is volledig afhankelijk van uw situatie en wensen. De te volgen koers is nooit standaard, maar zal altijd situatie-specifiek zijn. Maatwerk is altijd geboden.
Ons advies komt dus ook nu weer neer op dit adagium:
Expert advice is at the heart of all your best decisions